Voor het geven van onderwijs worden vaak ICT middelen ingezet die het betekenisvol leren ondersteunen. Het wordt ingezet om het leerrendement te versterken, het organiseren te verbeteren en het verantwoorden inzichtelijk te maken. Ook wordt ICT ingezet voor de interne en externe communicatie.
Digitale geletterdheid
Iedereen zal het erover eens zijn dat leerlingen niet alleen ‘gewoon’ moeten leren lezen en schrijven. Ze moeten ook leren veilig, effectief, kritisch en bewust gebruik te maken van de digitale toepassingen die op dit moment beschikbaar zijn. En ze moeten zich voorbereiden op de digitale toekomst: op school, bij een vervolgopleiding, op het werk, als consument, als burger ten opzichte van de overheid en als burgers onder elkaar. Dat betekent o.a. voor onze leerlingen én voor onze medewerkers dat zij continu werken aan hun digitale geletterdheid en alles wat daarbij komt kijken.
Digitale geletterdheid is een combinatie van 4 domeinen, zoals hieronder beschreven.
Praktische ICT-basisvaardigheden
De werking van computers en netwerken begrijpen, kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en de bediening ervan, en de mogelijkheden en beperkingen van technologie kunnen begrijpen, is de uitdaging van deze tijd. Daarom hebben we op onze scholen aandacht voor de praktische ICT-basisvaardigheden.
Periodiek onderzoeken we bij alle leerlingen en medewerkers wat het niveau is van hun praktische ICT-basisvaardigheden. Dit doen we met behulp van een ICT-scan. Op basis van de uitkomsten ontwikkelen we gericht lespakketten per groep voor leerlingen om hen bij te spijkeren op onderwerpen die zwak of matig scoren. Ook voor medewerkers zorgen we voor bijscholingen of trainingen op maat.
Mediawijsheid
Mediawijsheid is gericht op de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te gaan met alle beschikbare media – digitaal en analoog – zodat je actief en bewust kunt deelnemen in de samenleving.
Op onze scholen werken we met de methoden Digidoeners (onderbouw) en Mediabegrip (bovenbouw). Iedere school heeft een aanspreekpunt mediawijsheid, die zijn of haar collega’s op de hoogte houdt van actuele ontwikkelingen op dit gebied.
Computational thinking
Computational thinking staat voor de kennis en vaardigheden om problemen op een zodanige manier te formuleren dat het mogelijk wordt een computer of ander digitaal gereedschap te gebruiken om het probleem op te lossen. Het gaat om meer dan programmeren; het gaat erom het creatieve oplossingsgerichte vermogen van kinderen aan te scherpen en hun kennis van digitale systemen te vergroten.
Binnen Jong Leren wordt al volop geëxperimenteerd met ICT leskisten. Met ingang van het schooljaar 2022-2023 verzorgt een aantal enthousiaste leerkrachten op alle scholen (alle groepen) computational thinking-lessen. Hiermee verwachten we kennis en expertise over dit onderwerp op te gaan bouwen.
Digitale informatievaardigheden
Informatievaardigheden bestaan uit het kunnen signaleren en analyseren van een informatiebehoefte en op basis hiervan relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken. Op onze scholen wordt hier met name in groep 5 tot en met 8 aandacht aan besteed. De meeste scholen gebruiken hier de methode Blits voor. Daarnaast is een werkgroep van ICT-coördinatoren bezig om lesmateriaal te maken dat gekoppeld kan worden aan de landelijke onderwijsdoelen (SLO).
Projecten
Een groot aantal van onze scholen participeert in het App Noot Muis project waarbij digitale geletterdheid geïntegreerd wordt in het taalonderwijs; ofwel we gebruiken de taalmethodes om de (digitale) kennis en vaardigheden die kinderen nodig hebben op te doen om zich vervolgens in de digitale samenleving staande te houden. Online lezen is immers anders dan (lineair) lezen van papier. Dit heeft al geresulteerd in de WikiWijs omgeving App Noot Muis.
Op een aantal scholen krijgen leerlingen extra ondersteuning bij de ontwikkeling van 21e eeuwse vaardigheden, plannen en organiseren. Dit is georganiseerd in het kader van een landelijk kansengelijkheid project (formeel: doorstroomprogramma po-vo). Dit project is erop gericht de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Binnenkort verwachten we VR-brillen in te kunnen zetten als onderdeel van dit project.
De laatste jaren is het verzorgen van Wetenschap en technologie (W&T) lessen een nieuw onderdeel van het onderwijsaanbod op alle Nederlandse scholen. Bij W&T-onderwijs zijn onderzoeken en ontwerpen de leidende activiteiten. Het begint met het leren kennen van allerlei technische hulpmiddelen, waardoor het onderzoekend en ontwerpend leren wordt gestimuleerd. In dit kader wordt op onze scholen gewerkt met bijvoorbeeld zelf programmeerbare Beebots, LEGO, Green screens en/of andere (digitale) technieken.
Een aantal scholen maakt gebruik van de 3D printer en wordt hierbij ondersteund door het NOVA college.
Hoe hebben wij dit georganiseerd?
Onze scholen werken in de Google Workspace for Education omgeving, in een beschermd domein waarbinnen alle leerlingen een eigen account hebben. Deze omgeving is zo gebruiksvriendelijk en privacyproof mogelijk ingericht (zie: Privacy) en dit houden we continu in de gaten.
Iedere school heeft een ICT-coördinator. Dit is meestal een leerkracht (post HBO geschoold en certified Google teacher), die een dagdeel per week beschikbaar is voor ICT-gerelateerde activiteiten. Deze ICT-coördinatoren ontmoeten elkaar maandelijks om kennis en ervaringen uit te wisselen en gezamenlijke ICT-projecten op te zetten.